‘Het is écht geen grapje.’
Patrick had vroeger van die rotgeintjes. Liet zijn ouders geloven dat ze een enorme geldprijs hadden gewonnen, tot het moment dat ze met taart en familie een feestje hielden en Patrick dacht: ‘Ik moet nu toch érgens gaan vertellen dat het een grapje was.’ Ik vergat dat verhaal nooit.
Een jaar of 18 geleden was ik met mijn moeder een weekendje weg. Gewonnen. Patrick belde me. ‘Je hebt een of andere vakantie gewonnen, ze bellen net dat je zelf mag kiezen waar je heen wil.’ Natuurlijk geloofde ik er helemaal niets van. Dus ik zei tegen hem: ‘Zeg maar dat ik de verst mogelijke plek wil, en dat we vrijdag willen vertrekken.’ Ik hoorde hem lachen. ‘Het is echt geen grapje!’ Ik draaide met mijn ogen. Tuurlijk niet. Hij vroeg nog: ‘Weet je het zeker?’ en ik zei ‘Jahaaa!’ voor ik ophing. Hij had er in die tijd nogal een handje van om zijn rotgeintjes veel te ver door te drijven en ik weet nog dat ik dacht: Dit keer trap ik er niet in. Met het verhaal over zijn ouders en hun geldprijs in mijn achterhoofd besloot ik er niets over te zeggen toen ik eenmaal thuis was. En Patrick zei ook niets. Zie je wel? Flauw grapje.
Tot ik op woensdag bezig was met de was ophangen terwijl Patrick op zijn werk was, toen de deurbel ging. Een koerier, en hij had een aangetekende envelop voor mij. Van het reisbureau. ‘Nu gaat hij wel écht ver’ dacht ik nog. In de envelop zaten papieren voor een stedentrip naar Athene, in een vijf sterren hotel, én… overmorgen (vrijdag…) vertrekken. Geen tijd om fatsoenlijk in te pakken, geen tijd om uit te zoeken wat er te doen is in Athene, ik schoot meteen in de stress. Toen ik hem bij thuiskomst met die papieren om zijn oren sloeg waren zijn legendarische woorden: ‘Ik vroeg nog of je het zeker wist!!!!’
Twee dagen later zat ik voor het eerst in mijn leven in een vliegtuig (En om het nog wat erger te maken vlogen we vanaf Maastricht naar Amsterdam in een cityhopper en vanaf Amsterdam naar Athene) Eenmaal in Athene wist ik eigenlijk maar één ding te doen: We moesten naar de Akropolis en het Parthenon. Dat was namelijk het enige dat ik kende in Griekenland. De rots met daarop de tempel stak boven de hele stad uit en vanuit ons hotel was hij duidelijk te zien. We besloten te gaan lopen omdat we zoveel mogelijk van ons eerste bezoek aan het buitenland -samen- wilden genieten.
Die dag leerde ik iets over Athene.
Het lijkt misschien wel plat, maar dat is het niet. Om op die mooie berg te komen, moet je eerst bergop. En bergaf. En weer bergop. En weer bergaf. Elk straatje, elk heuveltje, elk steegje kwam hij weliswaar dichterbij, maar toen we vier uur verder waren en de berg nog steeds niet bereikt hadden, wisten we eigenlijk niet meer zeker of het wel zo’n goed idee was. Ik had ballerina’s aan, blaren op mijn voeten, en stikte van de dorst, en Patrick zag het ook niet meer zitten. Op het moment dat we het opgaven en een taxi aanhielden om ons dan maar te brengen, wees de man op een bordje een stukje verderop.
‘Akropolis’
We gaven het letterlijk op aan de voet van de berg. Toen zijn we toch maar zelf naar boven ge(kr)lopen. Eerlijk is eerlijk, het was prachtig, indrukwekkend en vooral erg hoog. We kochten iets te drinken en genoten van het uitzicht over de stad. De zon ging bijna onder, een van de mooiste momenten die ik ooit heb meegemaakt.
Toen onze voeten rust hadden gehad, we weer gehydrateerd waren en klaar voor de terugreis, besloten we toch maar een taxi te nemen omdat we geen van beiden zin hadden om door het donker in Athene rond te zwerven, gezien het eerdere fiasco. We noemden de naam van ons hotel, en de chauffeur begon te rijden. Nog geen KWARTIER later zette hij ons netjes voor de deur af. We moesten nog geen tien gulden betalen. Onze wandeling van 5,5 uur in de brandende zon had ook in een kwartier met een taxi gekund. Of in plaats van over de berg en de heuvel hadden we erlangs kunnen lopen.
We keken elkaar aan en zeiden ‘Dit moeten we echt nóóit aan iemand vertellen.’
Tot ik daarnet het fotoalbum in mijn handen had en zó hard moest lachen dat ik dacht: Dit moet ik opschrijven. Sorry schat 😛